That is tres naiice

We zijn gewend een taal zoals het Nederlands, Marokkaans Arabisch, dialect of Engels te zien als keurig ronde glazen knikkers die netjes naast elkaar liggen en niet mengen. In Nederland spreken de inwoners Nederlands, in Frankrijk Frans en in Swalmen het Zjwaams. Talen zijn in dit idee dus begrensd door politieke en administratieve grenzen en telbaar: het Nederlands in Nederland is een taal, Zjwaams in Swalmen een tweede, en Marokkaans Arabisch in Marokko een derde taal. Vooral vanaf de negentiende eeuw, toen de moderne Europese natiestaten ontstonden, kijken taalkundigen en niet-taalkundigen naar talen alsof ze vastgeklonken zitten tussen vooral landsgrenzen. Maar niets is minder waar.

Laat ik eens wat talen noemen binnen een lidstaat van de Europese Unie die normaliter buiten het gezichtsveld vallen. Het Bretons en Corsicaans in Frankrijk; Noord-Fries en Sorbisch in Duitsland; Friulisch en Sardijns in Italië; Mirandês in Portugal; Aragonees in Spanje; Schots-Gaelisch en Cornisch in Groot-Brittannië tellen op nationaal niveau niet mee en mogen niet meedoen in het onderwijs. Talen die in meerdere EU-lidstaten voorkomen, zijn het Baskisch in Frankrijk en Spanje; Catalaans en Occitaans in Spanje, Frankrijk en Italië; Sami in Zweden en Finland en het Limburgs in Nederland en België. Sommige talen zijn minderheidstalen in een lidstaat maar een dominante taal in een ander land, zoals het Albanees in Italië en Griekenland; Kroatisch in Italië en Oostenrijk; Duits in Frankrijk, Italië, België en Denemarken; Sloveens in Oostenrijk en Italië; Zweeds in Finland en Fins in Zweden; Deens in Duitsland en ja zelfs Nederlands in Noord-Frankrijk. Dan zijn er de niet-territoriale talen die door de hele EU te horen zijn zoals het Romani en Jiddisch en dan natuurlijk de talen die door migranten meegenomen zijn.

De sociolinguïst Guus Extra heeft aan leerlingen van basisscholen en middelbare scholen in 13 Nederlandse gemeenten tussen 1997 en 2001 gevraagd welke talen zij thuis spreken. Dertig procent van de leerlingen – dat waren er 42.726 – geeft meer dan een taal op. Zij rapporteren in totaal 96 talen te spreken in aflopende frequentie: Turks, Arabisch, Berber, Engels, Hindi/Hindustani, Papiamento, Frans, Duits, Sranan Tongo, Spaans, Chinees, Koerdisch, Somalisch, Italiaans, Moluks Maleis, Urdu, Portugees, Servisch/Kroatisch/Bosnisch, Javaans, Farsi, Vietnamees, Grieks en Dari/Pashto. Dus het idee dat al die talen als glanzende knikkers gescheiden van elkaar voorkomen in een eigen stukje territorium, is een mythe. Vroeger was dat niet zo en nu ook niet zoals Adriaan Hogervorst dat in zijn masterscriptie (Universiteit Utrecht) bespreekt. Hij heeft een vriendengroep van vijf studenten (twee vrouwen en drie mannen) tussen de 22 en 23 jaar oud onderzocht op hoe zij in online groepsgesprekken op hun smartphones schrijven. De studenten zijn in Nederland geboren: twee hebben een Nederlandse achtergrond, één heeft een Nederlandse/Australische, één een Chinese/Indonesische en één een Indonesische/Nederlandse achtergrond en allen spreken Nederlands als (tweede) eerste taal.

Een student schrijft ‘We kunnen ook nu chillen, I have this’ dat keurig in het Nederlands begint en in het Engels eindigt. Chillen is oorspronkelijk Engels hoewel jongeren dit niet meer als Engels zullen herkennen. ‘I have this’ lijkt mij een letterlijke vertaling uit het Nederlandse ‘Ik heb dit’. Een van de studenten schrijft: ‘That is tres naiice’. Hoewel ik ‘tres’ als Frans zou analyseren, heeft ‘tres’ voor de jongeren geen associatie meer met die taal en ‘nice’ wordt speels gespeld als ‘naiice’.

Tweets verzonden in Horst aan de Maas laten dit mengen ook mooi zien maar dan tussen dialect en Nederlands: ‘Artieste veur KiKa gisteren groots success.’ en Engels en Nederlands ‘Who is ready voor carnavaaaaalll?!’. Het laat zien dat mensen in hun taalgebruik zich niet aan nationale grenzen storen.

Column 93 in De Limburger/Limburgs Dagblad, 20 maart 2017.

‘Horster band’

Frens Bakker kraakt in zijn proefschrift ‘Waar scheiden de dialecten in Noord-Limburg’ een klassiek dialectologisch vraagstuk met hulp van moderne meettechnieken op de computer. Dialectologen zijn altijd geïnteresseerd (geweest) in de vraag of dialecten van elkaar af te bakenen zijn op basis van uitspraak in woorden. Vooral Limburg kent vele uitspraakverschillen in klinkers en medeklinkers. Volgens dialectologen lopen diverse taalgrenzen of zogeheten isoglossen door Limburg die zes verschillende dialectgroepen van elkaar afbakenen. Van het noordwesten naar het zuidoosten heten die dialectgroepen: het Kleverlands (waar bijvoorbeeld Afferden en Bergen bij horen), een ‘Mich’-gebied (Venlo en omgeving), Centraal-Limburgs (Maastricht en Stein bijvoorbeeld), Oost-Limburgs (Roermond, Sittard en Valkenburg), het Ripuarische overgangsgebied met Heerlen en het Ripuarisch (Kerkrade, Bocholtz, Vaals). De website http://www.Limburgsedialecten.nl geeft meer informatie over deze dialectgroepen en geluidsopnamen van dialectsprekers laten ook horen hoe die dialecten van elkaar verschillen.

Frens heeft de uitspraakverschillen aan weerszijden van de zogeheten Uerdinger linie of isoglosse onderzocht. Deze Uerdinger linie loopt volgens de dialectologen ten zuiden van Maasbree en Venlo en ten noorden van Beringe, Panningen en Tegelen. Deze taalgrens deelt de dialecten ten noorden van deze linie in bij het Kleverlands en ten zuiden ervan bij het Zuidnederfrankisch waartoe het Limburgs behoort. Zoals Frens zelf schrijft, is die taalgrens op flinterdunne gegevens vastgesteld. De gegevens bestaan slechts uit twee woorden waarin k en ch met elkaar alterneren: ik en ook ten noorden van de Uerdinger linie en ich en auch ten zuiden ervan. De dialectologen steggelen al bijna twee eeuwen waar, en gebaseerd op welke gegevens die grens nu precies moet lopen. De dialectenquête Schrijnen-Van Ginneken-Verbeeten (SGV) van 1914 vertoont enorm veel variatie. Voor het Kleverlands geven de plaatsen Afferden, Merselo, Venray, Leunen, Well, Wellerlooi, Oirlo, Meerlo, Blitterswijck, Meterik, Horst, Swolgen en Lottum op: gij (zijt)– ik–mij; in Sevenum (ook Kleverlands): du (bist)–ik–mij; in Arcen, Velden (ook Kleverlands): du (bist)–ik–mij en voor het ‘Mich’-gebied Grubbenvorst, Maasbree, Blerick en Venlo: du (bist)– ik –mich en Baarlo, Panningen, Belfeld en Kessel (Oost-Limburgs): du (bist)–ich–mich. Het hele probleem is het vaststellen van een eventuele indeling in noordelijke en zuidelijke dialecten op basis van maar twee of drie woordjes. Daarom heeft Frens het grootschaliger aangepakt dankzij de meetkracht van de computer. Hij heeft vele woorden uit diverse plaatsen met elkaar vergeleken die voorkomen in onder meer de SGV, twee andere oude dialectenquêtes en in de zogeheten Swadesh-lijst. De Swadesh-lijst bevat woorden uit diverse talen die in elke taal lijken te overleven: een typisch Swadesh-woord is zon in Nederlands, sun in Engels, sonne in Duits, sól in IJslands, sol in Zweeds.

Het resultaat van alle rekenkracht is dat Frens’ analyses een scherp afgegrensd noordelijke groep (Afferden, Oirlo, Blitterswijck, Meerlo, Swolgen, Leunen, Venray, Merselo, Well, Wellerlooi), een iets minder scherp afgegrensd zuidelijke groep (Maasbree, Grubbenvorst, Velden, Blerick, Venlo, Baarlo, Belfeld, Kessel, Panningen) en, opvallend, een middengroep, de ‘Horster band’ (Arcen, Lottum, Horst, Meterik) laat zien. Een driedeling dus waarin Sevenum al naar gelang de meting zich naar de midden- of zuidelijke groep voegt. Verrassend is dat Frens vroeger de door dialectologen aangewezen grenzen als de ik-ich-, de mij-mich- en de gij-du- grens niet kan terugvinden en dat Venlo bij de zuidelijke gebied hoort. De grens tussen het noordelijke en middengebied ligt veel noordelijker dan de Uerdinger linie en valt samen met de oe-oo- en ie-ee-grens in bijvoorbeeld goêjen briêf en goojen breef (goede brief). Een onverwachte bevinding is ook dat de klinkerverschillen toonaangevend zijn bij de afgrenzing van de dialecten in Noord-Limburg terwijl de traditionele indeling in heel Limburg juist op verschillen in medeklinkers gebaseerd is.

Column 92 in De Limburger/Limburgs Dagblad, 6 maart 2017.